pijl

Glorie van Holland (geplant: voorjaar 2008)

Synoniemen:
  • Geen.
Herkomst:
Als zaailing gevonden in Rockanje in 1880. Volgens het maandschrift: Nederlandse Pomologische Vereniging "(1932 pagina 96) verder gewonnen door Haselbach (Hazelbag komt ook voor) te Rockanje. Glorie van Holland was algemeen verspreid door heel Nederland en heeft tot en met 1968 in de rassenlijst gestaan. Heeft zich vanuit Zuid-Holland verspreid over geheel Nederland. In 1948 waren 0,9% van de gekeurde bomen van het ras Glorie van Holland.
Vrucht:
Glorie van Holland doorsnedeGlorie van Holland kelk
Glorie van Holland vruchtGlorie van Holland steel
   
plukrijp:eind september, begin oktober.
consumptierijp:vanaf oktober. Voor de pluk kan een gedeelte van de vruchten afvallen, welke een beschimmeld klokhuis blijken te hebben.
afmetingen:middelmatig groot, iets platrond. Regelmatig en goed gevormd. In de regel meer breed dan hoog.
kelkholte:vrij groot en diep.
kelk:half open.
steelholte:diep.
steel:dun en matig lang, diep ingeplant.
schil:iets roestig bij de steel.
grondkleur:lichtgroen tot geel.
dekkleur:met zwakke gestreepte blos aan de zonzijde.
vruchtvlees:wit. Vast. Aangenaam zachtzuur, met weinig aroma. De smaak wordt wel eens omschreven als "goed maar geen Cox`s". Zeer saprijk.
klokhuis:klein, matig met zaden bezet. Vaak schimmel in het klokhuis.
Gevoelig voor:
Glorie van Holland is doorgaans niet bijzonder gevoelig voor ziekten, met uitzondering van kanker, waardoor de boom al vroeg aangetast kan zijn. Naast beschimmelde klokhuizen kwamen bloedluis en stip bij dit ras voor. Soms kan ijzer- en / of magnesiumgebrek optreden.
Oogst:
Glorie van Holland appel
Bewaren:
Tot de maand december, in koelopslag tot januari.
Gebruik:
Handappel.
Kwaliteit:
Redelijk.
Boom:
Matige tot sterke groei. Vormt een vrij grote boom en een bolvormige kroon met stevig hout en donker, grof blad. Was in Groningen alleen bekend als hoogstam. Was in Zeeland ook als struik belangrijk. Op M9 is de groei te zwak en blijft de boom te klein. De groei van de Glorie van Holland is sterk afhankelijk van de grond en is het beste op niet al te zware grond. Moet op latere leeftijd goed gesnoeid worden om uitputting te voorkomen.

Bloei:
Middentijds. Goed stuifmeel. De kleur van de bloesem is wat flets en neigt naar de kleur geel.

 

Glorie van Holland bloei
Opbrengst:
Gelijke bloeiers:
  • Signe Tillisch.
  • Present v. Engeland.
  • Groninger Kroon.
  • London Calville.
Bevruchters:
  • Cox's Orange Pippin.
  • Jonathan.
Boomvorm:
Bolvormige kroon.
Onderstam:
Op M9 is de groei te zwak en blijft de boom te klein. Kan veredeld worden op alle onderstammen.
Weerstandsvermogen:
Vatbaar voor kanker en bloedluizen. Niet erg schurft gevoelig.
Standplaats:
Niet op al te zware grond en niet op te koude gronden.
Teeltwaarde:
Zeer goed. Is vroeg in productie, draagt rijk en heeft weinig last van beurtjaren. Is één van de meest productieve appelrassen. Goede hand- en fabrieksappel.
Gelijkende vruchten:
Snoeien:
Oorzaak van verdwijnen:
In 1948 werd nog geschreven: "Smaak en uiterlijk van de vrucht, evenals de grote vruchtbaarheid van de boom, doen dit herfstras meer en meer algemeen waarderen".
Nu 55 jaar later.
Op zijn grote vruchtbaarheid na had de Glorie van Holland geen zodanige eigenschappen dat hij goede rassen als Cox`s Orange Pippin en de Schone van Boskoop kon beconcurreren. De kwaliteit van de vrucht was minder dan die van de Cox`s Orange Pippin, de prijs en de houdbaarheid minder dan die van de Schone van Boskoop. Hierbij komt nog de vatbaarheid voor kanker. Hierdoor is het ras uit de belangstelling geraakt. Glorie van Holland is geschikt als kruisingsouder: vruchtbaar, kleine boom, geen beurtjaren, niet bijzonder gevoelig voor ziekten. Als handappel zijn er echter geschiktere rassen te noemen.
Plantadvies:
Aan te raden, mits voldoende rekening wordt gehouden met specifieke eisen, wat betreft standplaats, grondsoort en verzorging.
Diversen:
Matig suiker, laag zuur- en laag vitamine C-gehalte. De vrucht is reeds vroeg in de zomer mooi gekleurd en wordt daardoor vaak te vroeg gebruikt. De vrucht is na de oogst eerst hard en zonder geur. Smaak wordt later in de tijd veel beter.
Brongegevens:
  • Verdwenen appel - en perenrassen, blz. 23.
  • Zesde beschrijvende rassenlijst voor fruit (1948).
  • Nederlandse Fruitsoorten (1942).
  • Oude Fruitrassen in Noord-Nederland. J. Veel & J. Woltema.  
Stichting Werkgroep Vrijwillig Landschapsbeheer Den Helder