Geteeld door notaris J.H.Th.W. van den Ham te Lunteren in 1890, verspreid in 1899 tijdens de fruittentoonstelling in Lunteren. Vermoedelijk een zaailing van de Princesse Noble waar de vrucht veel overeenkomsten mee heeft. Een van de bekendste, misschien wel de bekendste appel van Nederland.
Groei van den boom vrij sterk. Vormt een mooie min of meer pyramidale kroon. Geschikt voor stamboom en struik.
Kan veredeld worden op alle onderstammen, behalve type IX.
Geeft de voorkeur aan de lichtere gronden, ongeschikt voor de zware klei.
Bloeitijd middenvroeg. Gelijke bloeiers o.m.: Schoone van Boskoop, Transparente de Croncels, Yellow Transparant, Early Victoria, Cox's Orange Pippin.
Vruchtbaarheid reeds op jeugdigen leeftijd en in later jaren goed en regelmatig.
Is soms zeer vatbaar voor kanker. Vrucht heeft vaak veel last van kurkstip, waardoor de houdbaarheid nadeelig wordt beïnvloed.
Is vrij algemeen, doch niet sterk verspreid.
Notaris behoort tot de goede dessertappels.
Is vermoedelijk een zaailing van de Princesse Noble, waarvan de kleur der vrucht en de smaak in de Notarisappel worden teruggevonden.
De Notarisappel stond in 1954 nog in de rassenlijst voor Fruitgewassen vermeld in de tweede categorie: "Rassen welke onder bepaalde omstandigheden kunnen worden aanbevolen". In 1957 werd hij afgevoerd wegens een te lage productie, gevoeligheid voor stip, beurtjaren en sterk vatbaar voor kanker op bepaalde gronden.Notarisappel is één van de eerste namen die valt als mensen gevraagd worden een aantal oude appelrassen te noemen. Het is dan ook een kwalitatief goede appel. Dit ras kwam onder andere veel in de Betuwe en in Utrecht voor.
Herkomst | Nederland |
Ouderdom | 1890 |
Synoniemen | |
Aanplant | 2008 |
Boom | Breed uitgaande groei, hoogstam |
Gebruik | Handappel / dessertappel. Appelmoes en sap |
Bloeitijd | April - mei |
Bloem | Wit |
Bestuiver | James grieve, Lunterse Pippeling |
Plukrijp | Eind september - begin oktober. |
Gebruikstijd | November tot januari. |
Bewaren | Natuurlijke opslag goed. Koelopslag tot eind januari |
Vrucht | Groot, eenigszins onregelmatig van vorm, meer hoog dan breed |
Kleur | Licht groen met aan de zonzijde weinig rood gestreept. Bij rijpheid geel-groen |
Vruchtvlees | Lichtgeel, saprijk, zachtzuur met aangenaam aroma |
Kelk | Normaal in matig diepe kelkholte |
Steel | Normaal, vrij diep ingeplant |
Klokhuis | Matig groot, goed bezet met zaden |